Telers en verwerkers van aardappelen liggen in de clinch: door de tegenvallende oogst kunnen sommige boeren hun contracten niet nakomen, terwijl anderen ze niet willen nakomen. De marktprijzen liggen immers zo hoog dat een deel liever via de vrije markt verkoopt.
Kloof tussen marktprijs en contracten
De uitzonderlijke droogte en hitte van de afgelopen zomer had kwalijke gevolgen voor de aardappeloogst: er is 30 tot 35% minder geoogst dan normaal. Daardoor zijn ook de prijzen fors de hoogte in gekatapulteerd: waar boeren vorig jaar slechts 25 euro per ton aardappelen kregen, loopt dat nu op tot bijna 300 euro per ton, zegt Romain Cools van Belgapom, de federatie van de aardappelverwerkers in België, aan De Tijd.
Slechts een derde van alle aardappelen kan echter aan die prijzen worden verhandeld: de rest van de aardappeloogst is immers al op voorhand beloofd aan aardappelverwerkende bedrijven voor bijvoorbeeld frieten en chips. België is de grootste producent van diepvriesfrieten ter wereld.
De jaarcontracten voor die aardappelen worden op voorhand afgesloten tegen een vaste prijs. Momenteel schommelt die prijs tussen de 90 en 130 euro, een pak lager dan de huidige marktprijs dus. Daar knelt dan ook het schoentje: de sectorfederatie merkt dat een klein deel van de boeren eieren voor zijn geld kiest en een stuk van de oogst stiekem via de markt verkoopt, in plaats van het contract na te komen.
Boetes voor wie te weinig levert
Belgapom dreigt daarom nu met boetes: wie zijn contract niet naleeft, hangt een straf boven het hoofd. Wie niet de afgesproken hoeveelheid levert, moet de waarde van de ontbrekende tonnen aardappelen zelf ophoesten en aan de frietfabrikant betalen. Al zullen de meesten geen boete krijgen, nuanceert Cools: “Ze mogen de aardappelen die ze niet kunnen leveren volgend jaar leveren. We deden ook een andere toegeving: we aanvaarden ook aardappelen die afwijken van de standaardkwaliteitseisen.” Wel moet de oogst dan natuurlijk meevallen.
De boeren protesteren van hun kant dat sommige telers tot 40.000 euro moeten bijbetalen terwijl ze zelf de dupe zijn van de schaarste en gewoon geen aardappelen hebben om te leveren. De verwerkers geloven die versie van de feiten echter niet, en zeggen dat ze de telers de hebben de kans hebben gegeven om eerder aan de alarmbel te trekken en een regeling te treffen met de fabrikanten.
In het najaar is besproken hoe de extra kosten zouden worden opgevangen, maar toen werd geen sectorakkoord bereikt. De hete aardappel schoof zo door naar de telers en aardappelverwerkers zelf, die dan maar elk apart regelingen moesten treffen. Om dat in de toekomst te vermijden, werkt men nu aan een nationaal overlegorgaan en wordt de optie bekeken om in plaats van met kilogramcontracten met hectarecontracten te gaan werken.