“Oorlogsverklaring”
In juni kondigde Delhaize de intentie aan om 2.500 banen te schrappen en 14 winkels in eigen beheer te sluiten. Daar bovenop wil Delhaize ook nog eens besparen op de lonen van het personeel. Sindsdien zitten vakbonden en directie op ramkoers.
Gisteren zaten beide partijen opnieuw samen, onder meer om de toekomstige loon- en arbeidsvoorwaarden en de voorwaarden voor wie moet vertrekken te bespreken.
Volgens Veerle Verleyen van de christelijke bediendebond LBC blijven de standpunten tussen beide partijen ver uit elkaar liggen. Vooral het feit dat de directie een onderscheid wil maken tussen oude werknemers en nieuwe zit de bonden hoog, zo vertelde ze aan persbureau Belga.
Dat Delhaize hierbij het sectorbarema wil toepassen, is volgens haar “een oorlogsverklaring”: “Warenhuizen in België hanteren nu nog bedrijfsbarema’s”, en die bij Delhaize zijn vooralsnog gunstiger dan die van de sector.
Daarnaast willen de vakbonden dat er geen gedwongen vertrekken komen: ook personeel dat in aanmerking komt voor brugpensioen, moet daar vrijwillig voor kunnen kiezen, klinkt het. “De kloof met de directie blijft heel groot. We geloven niet in hun plaatje voor de toekomst”, zegt Veerle Verleyen namens het gemeenschappelijk vakbondsfront.
Directie vraagt “verzoening” aan
De vergaderingen van 10 en 12 december zijn in principe de laatste vóór de drukke én lucratieve eindejaarsperiode, die erg belangrijk is voor de warenhuisketen. Acties zouden dan ook zeer ongelegen komen. De directie noemt het ultimatum dan ook “onverantwoord en onaanvaardbaar”.
Volgens Delhaize-woordvoerder Roel Dekelver doet de directie “fundamentele en verregaande inspanningen om tegemoet te komen aan de vragen van haar syndicale partners”. De directie zegt “er alles aan te zullen doen om dergelijk scenario te vermijden, inclusief een verzoeningsvergadering met de syndicale delegatie van de bedienden op de Federale Overheidsdienst Werk, Arbeid en Sociaal Overleg”.
Delhaize België blijft er naar eigen zeggen tegelijk naar streven om de onzekerheid die leeft bij de medewerkers zo snel mogelijk te kunnen wegnemen, al lijkt het er voorlopig niet op dat die laatste daar heel erg van onder de indruk zijn.