Pop-ups zijn deloyale concurrentie, volgens enkele horeca-uitbaters in Halle. Zij verenigen zich in een platform tegen tijdelijke horecazaken.
Gesubsidieerde concurrenten
Pop-ups worden vaak gesubsidieerd, ze genieten andere (lees: minder) regels en kunnen daardoor tegen dumpingprijzen werken. Dat is deloyale concurrentie, menen Halse horeca-uitbaters. Ze hekelen de steun die het stadsbestuur verleent aan pop-uprestaurants en die volgens hen kwalijke gevolgen heeft voor de plaatselijke horeca.
Zo kwamen er de voorbije jaren pop-upzaken in verlaten gebouwen van Vandiest en Belgacom en opende een vzw een buurtrestaurant, waar klanten voor 9 euro een dagmenu kunnen krijgen. “Het Pand en het buurtrestaurant zijn gesubsidieerde projecten die tegen dumpingprijzen kunnen werken. Wij horeca-uitbaters zijn gebonden aan duizend regels. Wij betalen promotaks, een terrasbelasting en dergelijke meer”, aldus Bram Boon van café De Sleutel en Bruno Vandierendonck van café Vaantjesboer in De Standaard.
De misnoegde ondernemers verenigen zich in het platform Halle voor Horeca, dat ook de steun krijgt van Horeca Vlaanderen. Zij zien over heel Vlaanderen pop-ups en vzw’s opduiken die zo concurrentie vormen voor de sector. “Halle is geen alleenstaand geval”, klinkt het, en wellicht beperkt het fenomeen zich ook niet alleen tot de horeca?