Voedingsgroep Ter Beke zwengelt zijn export aan: het bedrijf wil zijn halal-lasagne in het Midden-Oosten en Indonesië in de winkelrekken krijgen, voor de klassieke lasagne moet China een afzetmarkt worden.
Ambitieuze topman
Ter Beke wil een bedrijf worden met een omzet van boven het miljard euro, maar om dat te halen moeten de verkopen nog meer dan verdubbelen. In 2016 strandde het verkoopcijfer immers nog op 418,6 miljoen euro. Een van de manieren om te groeien, is een grotere export.
In het jaarverslag aan de aandeelhouders ziet topman Dirk Goeminne alvast mogelijkheden in de uitvoer van klassieke lasagne naar China. “Chinezen die een beetje welvaart hebben opgebouwd, zijn gek van Westerse producten. Dus mikken we met onze lasagne nu ook op de Chinese markt, zij het onder een aangepaste Chinese naam. De eerste containers zijn vanuit Frankrijk onderweg”.
Een andere groeimotor is de halal-lasagne. Met dat product mikt Ter Beke in eerste instantie op de moslims in de Westerse landen, maar nadien moet de export volgen. Er lopen al gesprekken met retailers in het Midden-Oosten en Indonesië. De discussie over vlees van (on)verdoofd geslachte runderen in ons land mag daarbij geen obstakel zijn: in de halallasagne werd namelijk bewust gekozen voor gehakt van kip en niet van rund.
Nieuwe producten
Daarnaast komen er ook nieuwe producten: in 2017 wordt de flexicharcuterie – een combinatie van vlees en groenten – gelanceerd. Er komt een product van gekookte ham, waarvoor het bedrijf eigen varkens gaat kweken. “Maar we moeten vooral voor salami onze vleugels uitslaan. het is ons belangrijkste product”, aldus Goeminne. Hij mikt dan ook op het aanzwengelen van de salamiverkoop in andere landen.
Een aandachtspunt bij dit alles blijft de verdere consolidatie van de markt. “De retailers consolideren sneller dan de producenten. Zij bepalen de spelregels. Onze klanten worden steeds groter. Twee van onze grootste klanten zijn gefusioneerd. Dat heeft ook een impact op ter Beke. De retailers worden machtiger. Tegelijk nemen de discounters al meer dan 40% van de markt in. Daar moeten we op inspelen. Ook daar komen de innovaties en nieuwe markten dus weer om de hoek kijken”, heet het nog in het jaarverslag.