De oudste schoenwinkel van het land houdt stevig stand in het hart van Leuven. Ondernemer Erik Meulemans bezielt zijn winkelwijk, hekelt leveranciers die zelf retailer worden, en heeft constructieve bedenkingen bij het mobiliteitsbeleid in zijn stad.
Bijna drie eeuwen
“Wij weten echt niet hoelang u onze schoenen kan dragen, wij bestaan pas 296 jaar”: het opschrift achter de kassa van Mertens Schoenen in Leuven is zo’n beetje een running gag geworden – elk jaar passen Isabelle Mertens en Erik Meulemans het getal aan, de driehonderdste verjaardag nadert. De uitbaters maken zich sterk dat Mertens wel degelijk de oudste familiezaak en schoenwinkel is van België: “De sporen gaan terug tot 1728. Tot nu toe heeft niemand ons tegengesproken,” lachen ze. “We zijn intussen aan de achtste generatie.”
In het huidige pand aan de Mechelsestraat in het centrum van Leuven zit Mertens nu al meer dan honderd jaar. Een geklasseerd gebouw is het niet, maar enkele historische elementen bleven wel bewaard en oude foto’s aan de wand verwijzen naar de rijke geschiedenis van de zaak. Dat de winkel stand houdt in een schoenensector die woelige tijden meemaakt, is een prestatie. Het recente verdwijnen van Bristol is immers slechts één hoofdstukje in een lange reeks van stopzettingen en faillissementen. “24 jaar geleden waren er nog 26 schoenwinkels in het centrum van Leuven. Vandaag blijven er nog zes over, en dan tel ik de ketens mee. Het kaf is nu wel van het koren gescheiden, denk ik.”
Fabrikant wordt concurrent
Of er een succesrecept is? De filosofie van Mertens is eenvoudig, zeggen de ondernemers: “We verkopen betaalbare kwaliteitsschoenen voor dames en heren. Een high end winkel zijn we niet. Wel leggen we zeer sterk de nadruk op service.” Het consumentengedrag verandert immers wel: “Mensen kopen tegenwoordig pas iets wanneer ze het écht nodig hebben. En dan willen ze zeker zijn dat ze de juiste aankoop doen. Daar maakt onze service het verschil.”
Dat vergt ook de nodige investeringen in een sterk team: “We werken hier als echtpaar met negen medewerkers. Dat zijn niet zomaar ‘verkoopsters’, het is een vak met meerwaarde. We coachen hen zodat iedereen hier dezelfde kijk deelt. Klanten waarderen dat.” Een pijnpunt is wel de veranderende strategie van veel schoenmerken: “Steeds meer zien we dat onze fabrikanten zelf gaan verkopen, online én offline. Wij worden een showroom.”
10% retours
Hoe belangrijk is het onlineverhaal voor een servicegerichte retailer als Schoenen Mertens? “We zijn van het prille begin mee op de kar gesprongen. Eerst met een eenvoudige webpagina, die later sterk geëvolueerd is naar een volwaardige webshop. Onze voorraad is online zichtbaar voor de klanten, we brengen elke schoen haarscherp in beeld. We hebben ook een reservatiesysteem en we leveren aan huis: onze klanten kunnen kiezen uit vijf aflevermethodes. Online was uiteraard enorm belangrijk tijdens de coronapandemie.”
Mertens investeert geen marketingbudgetten in online, de communicatie verloopt enkel via sociale media. “Het is 5 à 6% van onze omzet. We hebben slechts 10% retours, dat is houdbaar. We coachen onze klanten om geen foute aankopen te doen, onder andere met live chat.”
Winkelstraatwerking
Erik Meulemans is al 25 jaar voorzitter van de hippe winkelwijk de Mechelsestraat. “Hier zijn haast uitsluitend échte zelfstandigen actief, haast geen ketens. Het zijn ondernemers die kwaliteit vooropstellen: ik denk aan De Walvis, de enige vishandel in de stad, aan kledingzaak Profiel, aan Elsen Kaasambacht of aan Slagerij Rondou hier om de hoek, de hofleverancier van televisiekok Jeroen Meus. We delen allemaal dezelfde filosofie.”
Dus organiseren de winkeliers samen activiteiten. Zoals een herfstshopping onder het motto “Wild van de Mechelse” (met everzwijn aan het spit), een National Glamour Day of speciale proevertjes op de Dag van de Klant. “We brachten samen een draagtas uit, met het opschrift ‘Uniek in Leuven’ en portretten van alle handelaars erop.” Die gelijkgestemde handelaars trekken de échte Leuvenaars aan: “Er wordt over ons gesproken, we zijn een ontmoetingsplek. Leegstand is er niet in de wijk.”
Het belang van bereikbaarheid
Leuven blijft een topstad voor handelaars, vindt Meulemans. “Dankzij de aantrekkingskracht van de Universiteit met zijn 60.000 studenten, het historische stadscentrum, Imec en de ziekenhuizen treffen we hier een internationaal publiek. Maar de vele grootschalige evenementen zijn niet altijd een cadeau voor winkeliers, omdat de bereikbaarheid er soms onder lijdt. Die worden best doordacht ingepland.”
Ook bij het mobiliteitsbeleid plaatst Meulemans kanttekeningen. “De stad moet bereikbaar blijven: te voet, met de fiets, de step, de bus én ook met de auto. Door de circulatieplannen verliezen we klanten die naar de winkels in de rand trekken, waar ze wél gratis de auto kwijt kunnen. Ook sommige handelaars vertrekken. Zelfs de stadsdiensten trokken weg uit het centrum, richting station.” Eigenlijk zou een stad tijdens de week vlot “runshoppen” moeten faciliteren, en in het weekend “funshoppen”, denkt de ondernemer. “Een winkelstad moet ‘bougeren’. Laat ons daaraan werken.”
Tot slot: wat brengt de toekomst voor Mertens? Staat de negende generatie klaar? “We hebben twee kinderen, maar die hebben andere keuzes gemaakt. Wij gaan nog wel een tijd door, want we hebben hier zwaar geïnvesteerd. We werken 60 uur of meer per week, de druk is groot. Wat er later gebeurt, zien we nog wel.”