Als het alcoholvrij is, mag het in de EU niet als “gin” in de markt worden gezet. Dat oordeelt het Europese Hof van Justitie, naar aanleiding van een zaak rond de ‘Virgin Gin Alkoholfrei’ van een producent uit Duitsland.
Alcohol aan de basis
Rechters in Luxemburg gaven aan dat Europese regels een duidelijke grens trekken: benamingen als “alcoholvrije gin” zijn verboden, omdat gin per definitie alcohol bevat. Een drank zonder alcohol mag dus niet worden gepresenteerd of geëtiketteerd als gin.
De zaak werd aangespannen door Verband Sozialer Wettbewerb, een Duitse vereniging die oneerlijke concurrentie bestrijdt, over een alcoholvrij drankje met de naam ‘Virgin Gin Alkoholfrei’ dat PB Vi Goods verkocht. De vereniging voerde aan dat ‘alcoholvrije gin’ in strijd is met EU-recht, omdat gin ontstaat door ethylalcohol te aromatiseren met jeneverbessen.
Het Hof benadrukte wel dat alleen de benaming verboden is, niet het product zelf. Onder een andere benaming mogen de alcoholvrije dranken op de markt blijven. Volgens het Hof is de maatregel evenredig: het verbod beschermt consumenten tegen verwarring over de samenstelling en beschermt ginproducenten die aan de EU-vereisten voldoen tegen oneerlijke concurrentie.


