De Europese Commissie dringt er bij Hongarije op aan de verplichte margelimieten voor supermarkten en drogisterijen op een reeks voedsel- en drogisterijproducten in te trekken. Boedapest verdedigt de maatregelen, wijst op forse prijsdalingen en verlengt de regeling tot 28 februari.
Vooral buitenlandse retailers getroffen
Hongarije voerde midden maart margelimieten in op 30 basisvoedingsproducten zoals melk, vlees, eieren, olie en suiker: retailers mogen op deze producten niet meer dan 10% winstmarge nemen. Daarna volgden vergelijkbare regels voor geselecteerde non-foodartikelen bij drogisterijen. Premier Viktor Orbán wilde hiermee “ongerechtvaardigde prijsstijgingen” stoppen. Hij legde de maatregelen op nadat gesprekken met supermarktketens volgens hem niet tot adequate voorstellen leidden om de prijzen laag te houden.
Maar de EU gaat niet akkoord. De Europese Commissie meldt dat ze op 11 december twee gemotiveerde adviezen naar Boedapest heeft gestuurd over de ingevoerde prijsplafonds. Volgens de Commissie gelden de regels voor alle buitenlandse bedrijven, terwijl ze slechts een segment van de binnenlandse ondernemingen treffen. Hongarije krijgt twee maanden om te reageren en de nationale regels aan te passen. Als dat antwoord onvoldoende is, kan de Commissie de zaken voorleggen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Veel indruk lijkt het initiatief voorlopig niet te maken: de Hongaarse regering wijst erop dat de voedselprijzen gemiddeld met 20–24% zijn gedaald sinds de invoering van de margelimieten, terwijl drogisterijprijzen met meer dan 27% daalden. Gezien die resultaten verlengt Hongarije de limieten tot 28 februari en breidt het de reikwijdte uit met 13 extra productcategorieën, zonder deze te noemen.


