“Geen valabel alternatief” voor kleine betalingen
Nog een kleine maand en het liedje van Proton is uitgezongen. De stopzetting gebeurt gefaseerd: sinds oktober wordt het aantal punten waar de consument de kaart nog kan opladen afgebouwd, vanaf 1 januari kan de consument er niet meer mee betalen en tegen 28 februari moeten alle Proton-terminals uit de winkels verdwenen zijn.
Nochtans betreurt 39 procent van de handelaars dat Proton verdwijnt, zo blijkt uit onderzoek van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen. “Het gaat dan vooral om handelszaken waar klanten een aankoop doen voor een klein bedrag, zoals een krantenwinkel, een broodjeszaak, een snackbar, een koffiebar en dergelijke. 49 procent vindt betalingen onder de 10 euro met een betaalkaart geen volwaardig alternatief voor Proton wegens te duur”, zegt NSZ-voorzitter Christine Mattheeuws.
Om meer handelaars te overhalen tot het investeren in elektronisch betalen, moet de kost nog verder omlaag, aldus het NSZ. Daarom stelt de zelfstandigenorganisatie voor om de interchange fee (van 5,6 eurocent voor een waarde vanaf 10 euro) af te schaffen of minstens te delen met banken en consumenten. Daarnaast pleit het NSZ ervoor om de aanschaf van een bankterminal en de kosten voor abonnement en transacties ook verhoogd fiscaal aftrekbaar te maken.
Nog hooguit 10 miljoen euro geladen
Of de consument Proton zal missen, valt dan weer te betwijfelen. Het aantal transacties is al jaren in vrije val: van 81 miljoen in 2008 naar 30 miljoen vorig jaar. Bankenkoepel Febelfin schat dat er nog hooguit 350.000 Proton-kaarten in gebruik zijn. Ter vergelijking: in 2012 waren dat er nog zo’n 750.000.
“Als je weet dat kaarthouders doorgaans 20 à 30 euro per keer opladen, betekent dit dat er in het allerslechtste geval nog zo’n 10 miljoen euro op geladen is”, zegt woordvoerder Isabelle Marchand in Het Nieuwsblad. Febelfin wijst erop dat er duidelijke afspraken zijn met de banken zodat het geld dat eventueel niet is uitgegeven vóór Proton er definitief mee stopt, sowieso zal worden gerecupereerd door de consument: “Elke bank moet en zal haar klanten daarover informeren.”