Over drie jaar wil het Belgische modelabel Marie Méro van twaalf naar zestien eigen winkels groeien. Daarbij komt ook het zuiden van Nederland in het vizier. Export moet naar 30% van de omzet groeien
Krachtig marketingwapen
Met een omzetaandeel van 30% zijn multimerkenboetieks vandaag nog het belangrijkste verkoopkanaal voor Marie Méro. Het Belgische modebedrijf breidt wel het netwerk van eigen winkels verder uit. “Eigen winkels zijn om drie redenen belangrijk”, zeggen de broers Ruben en Steven Van der Elst, elk voor 50% eigenaar van het bedrijf, aan De Tijd: “We kunnen er beter de noden van onze klanten aanvoelen, we kunnen er onze hele collectie tonen en ze zijn een krachtig marketingwapen.” Fysieke winkels blijven ook belangrijk omdat klanten advies op prijs stellen.
Online vertegenwoordigt nu 11% van de omzet bij Marie Méro. Het label heeft een eigen webshop in België, is aanwezig op de onlinemarktplaats van Inno en is via Zalando te koop in Duitsland, Frankrijk en Nederland. Exporteren doet het merk ook via agenten in Nederland en het Verenigd Koninkrijk. “Export is nu goed voor pakweg 8% van de omzet, en dat willen we op termijn opkrikken naar 30%.” Daarom wil Marie Méro de komende jaren ook meer winkels openen in het zuiden van Nederland, nu is er al één in Maastricht.
In 2024 groeide de omzet van het modebedrijf met bijna 20% naar 14,5 miljoen euro. De nettowinst bedroeg 1 miljoen. Dit jaar verwacht Marie Méro nog eens 10 tot 15% groei. Tegen 2028 moet de omzet 18 miljoen euro bedragen.