Werkkledij is een trendy modeartikel geworden: met een uniek assortiment en een eigenzinnige koers weet de Antwerpse speciaalzaak In ’t Boerke jonge shoppers aan te trekken. “Ze moeten naar de winkel komen”, zegt zaakvoerster Ingrid Brisé.
Familiezaak
Als sinds 1912 vinden shoppers bij In ’t Boerke een ruim aanbod trendy werkbroeken, sweaters, T-shirts, polo’s, werkschoenen, medische kleding en horecakledij, die desgewenst gepersonaliseerd wordt. Brisé zet een traditie voort die begon met haar grootmoeder, die de winkel begon nadat de textielwinkel waar ze werkte – met de naam In Den Boer – de activiteiten stopzette. Sinds 1933 bevindt de zaak zich in het huidige pand, in de Hoogstraat 41.
“De winkel is altijd in de familie gebleven. Ik liep hier al rond als kind, maar ik had er eigenlijk weinig aandacht voor. Mijn ouders hadden ook nooit tijd. Het was eigenlijk niet mijn bedoeling om de zaak over te nemen, ik wilde liever in de verpleging gaan, maar mijn grootvader drong erop aan dat ik het toch zou doen. Ik nam de winkel dan van mijn vader over toen hij met pensioen ging, in 1985.”
Kleurrijk
De onderneemster pakte het dan wel op haar eigenzinnige manier aan: “Ik was altijd een beetje een rebel. Oorspronkelijk verkocht de zaak algemeen textiel: ondergoed, nachtkleding, kinderkleding, handdoeken… Ik heb het assortiment aangepast: nacht- en kinderkledij ging eruit, werkkledij werd de focus.” In de jaren 1950 en 1960 maakte In ’t Boerke al stofjassen voor de chauffeurs van vervoersmaatschappij MIVA, de voorloper van De Lijn.
“Mijn werkkledij is wel ‘met een hoek af’. De stukken worden meer en meer als bovenkledij gedragen, het is een casual modeartikel geworden. Vroeger was ons aanbod vooral blauw en grijs. Na Covid ben ik met kleuren begonnen. Overalls en tuinbroeken in vrolijke kleuren, die verkopen goed. Mijn best verkopende artikel blijft wel medische kledij, voor verpleging en verzorging.” Klanten kunnen die kledij in het eigen atelier laten personaliseren met borduur- of drukwerk.
“Online is een ramp”
Het pand in de levendige Hoogstraat is eigendom van Brisé, een belangrijk voordeel nu ze het stilaan iets rustiger aan doet. “Ik doe het nog heel graag hoor, niksen kan ik niet. Maar ik ga wel wat vaker op vakantie. Dan gaat de winkel gewoon dicht, mijn klanten weten dat.” Tot die klantenkring behoren veel vaste klanten uit de horeca, maar ook de televisie, Studio 100, het ballet. “Balletdansers die hier een overal komen passen met enkele danspassen, dat vind ik leuk. Maar hier komen ook passanten en toeristen. ‘Als we het niet vinden, gaan we naar ’t Boerke’, zeggen de mensen. Dat is altijd zo geweest. Antwerpenaars kennen ons.”
En ook jongeren weten deze speciaalzaak te vinden. “De online mentaliteit vind ik een ramp, maar ik weet wel jonge mensen terug naar de winkel te lokken. Zij vinden het leuk om kledij te passen, de kleur en het model te zien, een babbel te doen. Ik heb daar veel voldoening van. Het gebeurt wel dat ze me mailen of bellen, maar ik ben onverbiddelijk: ze moeten naar de winkel komen. Ik neem ook niks retour.”
Waarom komen de mensen naar hier? Wat is er uniek? “Het assortiment. Ik kijk naar het modebeeld van zomer en winter en ik pas de etalage aan. Eigenlijk ben ik te goedkoop, zeggen mijn kinderen. Maar ik verkoop liever doorheen het jaar, in plaats van enkel in de soldenperiode tegen 50% korting. Ik doe ook niet mee met Black Friday.”
Geen opvolging
Van de concurrentie heeft In ’t Boerke geen schrik: “Het zijn collega’s. Ze pakken het anders aan. Ik heb voorraad: dat kost geld, maar klanten weten dat ze hier meteen kunnen meenemen wat ze nodig hebben. Avondscholen komen hier voor koksmutsen, vesten, broeken… omdat andere winkels dat niet in huis hebben. Ik blijf investeren zolang het kan.” Maar digitalisering is aan Brisé niet besteed: “Ik ken mijn voorraad van buiten. Op elk artikel een code aanbrengen? Wie gaat dat allemaal doen? Van één maat damesschorten heb ik acht verschillende modellen. En ik heb zeven maten. Bestellen doe ik per twee à drie stuks. Mijn leveranciers vinden dat oké.”
Hoe lang deze winkel nog open blijft, is een open vraag. “Ik sta elke dag met plezier op om te gaan werken, maar ik ga nu ook niet met een rollator in de winkel staan. Niemand van mijn drie kinderen gaat de zaak overnemen: ze hebben geen interesse. Zonde, want het is een unieke zaak. Er zijn de afgelopen jaren enkele gesprekken geweest, maar die sprongen af. Misschien daagt er nog iemand op. Ik ben daar niet echt mee bezig, vandaag is vandaag en morgen is morgen.”
Dit is de elfde aflevering van de artikelreeks ‘Uniek & Authentiek’, waarin hoofdredacteur Stefan Van Rompaey van RetailDetail en internationaal retailexpert Erik Van Heuven in de retailgeschiedenis van Antwerpen duiken en elke maand een oude en authentieke Antwerpse handelszaak in de kijker zetten. Eerder schreven ze samen het boek Future of Department Stores (Lannoo Campus, 2020) en de gelijknamige de artikelenreeks met Europese CEO’s en eigenaars van warenhuizen.