Er is leven na de ‘Zes van Antwerpen’: België blijft zijn internationale faam hoog houden op modevlak. Na Antwerpen krijgt ook Brusselse mode een stevige reputatie, die de overheid maar al te graag mee ondersteunt.
Breed gedragen steun voor Belgische mode
Het ‘Made in Belgium’-label staat wereldwijd voor hoge kwaliteit en Belgische mode wordt internationaal bestudeerd als voorbeeld, schrijft vakblad Fashion Netwerk. Zeker de laatste jaren heeft België op de internationale markt naam weten te maken als modespil van Europa. Naast de bekende Antwerpse modeschool begint ook Brussel zich op te werpen als een waardige modepool: een trend die de overheid graag steunt, ziet modeconsultant Philippe Pourhashemi. Het succes van de ‘Ik koop Belgisch’-campagnes toont, volgens Fashion Network, bovendien aan dat de trots op Belgische mode ook door de bevolking breed wordt gedragen.
Overheidssteun is voor de sector een duidelijke stimulans, meent Pourhashemi. Zo zijn modescholen La Cambre en de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten lokaal gesubsidieerd, maar niettemin wereldwijd bekend. Ook regionale platformen als MAD, Flanders DC en Flanders Fashion Institute ondersteunen modeontwerpers door Belgisch talent op internationale beurzen te promoten, congressen te organiseren en beurzen uit te delen.
Volgens Pourhashemi staan Belgische ontwerpers voor een alternatieve en inventieve stijl, ook wel omdat ze minder middelen ter beschikking hebben dat de grote Franse en Italiaanse modehuizen. Hierdoor moeten Belgische designers creatiever zijn, wat onder meer tot radicale visies en theatrale catwalk-shows zoals bij Walter van Beirendonck en Olivier Theyskens heeft geleid.
